ERCP

Informatie over het onderzoek

• Doel van het onderzoek

  De arts voert een ERCP uit om afwijkingen op te sporen, zoals:​ 

  • Galstenen.
  • Vernauwingen of afsluitingen.
  • Ontstekingen.
  • Tumoren.  

  Deze afwijkingen kunnen klachten veroorzaken zoals buikpijn, geelzucht of ontstekingen. Soms wordt een ERCP ook gebruikt om een eerder gevonden afwijking verder te onderzoeken of te behandelen.  

• Het onderzoek

  Voor een ERCP moet je nuchter zijn. Dat betekent dat je enkele uren voor het onderzoek niet mag eten of drinken. De arts of verpleegkundige geeft je hierover duidelijke instructies. Bespreek ook altijd welke medicijnen je gebruikt. Soms moet je hiermee stoppen voor het onderzoek. 

  • Tijdens het onderzoek lig je op je buik of linkerzij op de onderzoekstafel.
  • Je krijgt een bijtring tussen je tanden om de endoscoop te beschermen.
  • Via een infuus krijg je een kalmerend middel, zodat je slaperig wordt.
  • De arts brengt de endoscoop via je mond in en schuift deze voorzichtig door je slokdarm en maag naar de twaalfvingerige darm. Daar spuit de arts contrastvloeistof in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier.
  • Met behulp van röntgenfoto's bekijkt de arts deze gebieden.  

  Als de arts tijdens het onderzoek een afwijking vindt, kan hij deze vaak direct behandelen.