Ademtest

Informatie over het onderzoek

• Doel van het onderzoek

  Een ademtest onderzoekt hoe goed je dunne darm suikers verteert en hoe bacteriën in je darmen werken. Door te meten hoeveel waterstof (H₂) je uitademt, kan de arts zien of je darm de suiker goed opneemt of dat er te veel bacteriën in de dunne darm zitten.

  De ademtest helpt om de oorzaak van buikklachten te vinden, zoals:

  • een opgeblazen gevoel
  • winderigheid
  • diarree
  • buikpijn

  Wat de verschillende testen meten

  • Lactose-H₂-ademtest: toont of je lactose (melksuiker) niet goed verteert → lactose-intolerantie.
  • Glucose-H₂-ademtest: toont of er te veel bacteriën in je dunne darm zitten → bacteriële overgroei (SIBO).
  • Lactulose-H₂-ademtest: laat zien hoe snel voedsel door je darmen gaat → darmtransittijd en mogelijke bacteriële overgroei.

• Voorbereiding thuis

  1. Stop met bepaalde medicijnen voor de test

  • Stop met antibiotica minimaal 2 weken voordat de test plaatsvindt. 
  • Gebruik geen laxeermiddelen, vezelsupplementen en middelen die de darmwerking beïnvloeden (zoals prokinetica) 1 week voor de test.
  • Gebruik geen preparaten zoals Pepto-Bismol kort voor de test. 

  2. Dieet 1 dag voor de test

  • Eet een laag vezel- en koolhydraatarm dieet (weinig brood, fruit, groenten) de dag vóór de test.
  • Wat je wel mag eten:
      • Wit brood
      • Witte rijst
      • Eieren
      • Kippensoep of bouillon
      • Kip, vis of kalkoen (zonder kruiden)
      • Water, zwarte koffie of thee (zonder melk of suiker) 

  3. Niet eten en drinken op de dag van de test

  • Vanaf 12 uur voor de test mag je niets eten of drinken (behalve water). 
  • Soms geldt: zelfs geen water in het laatste uur vóór de test. 

  4. Andere regels vlak voor de test

  • Poets je tanden voorzichtig, maar slik geen tandpasta of water in. 
  • Niet roken in de uren vóór de test. 
  • Vermijd zware inspanning kort voor de test

• Het onderzoek

  Beginmeting (basismeting)

  • Eerst wordt je gevraagd diep uit te ademen in een speciaal apparaat of in een zakje. Dit is de uitgangswaarde van de waterstof in je adem.
  • Je krijgt een suikeroplossing. Je drinkt een vloeistof met suiker (bijv. lactose, glucose of lactulose). Deze suiker dient als ‘teststof’.

  Ademmonsters afnemen

  Na het drinken van de oplossing neem je om de 15 of 30 minuten een ademmonster. Meestal gebeurt dit 2 tot 3 uur lang. 

  Meten van waterstof

  In elk ademmonster wordt het gehalte waterstof (of soms methaan) gemeten. Als er veel suiker naar je dikke darm gaat en daar wordt afgebroken door bacteriën, ontstaat extra waterstof die je uitademt.

  Beoordeling van het resultaat

  Door de stijging van waterstof ten opzichte van de beginwaarde kan de arts zien of je suiker goed kunt verteren, of er te veel bacteriën in je dunne darm zitten, of de doorstroomsnelheid van je darm normaal is. 

• Na het onderzoek

  Als het onderzoek voorbij is, kun je normaal eten en drinken. De meetresultaten worden verwerkt en geanalyseerd, en je arts bekijkt wat de uitslag betekent voor jouw situatie.