Slokdarmbestraling
Bestraling van de slokdarm wordt vaak gecombineerd met chemotherapie. Meestal zijn 23 tot 28 bestralingen nodig. In sommige gevallen krijg je een kortere serie.
Mogelijke bijwerkingen op korte termijn
In de eerste weken merk je meestal weinig van de bestraling. Vanaf de 2e of 3e week kun je klachten krijgen zoals moeheid, huidreacties, misselijkheid en pijn of moeite met slikken. Deze klachten nemen vaak toe in de loop van de behandeling. Ook na de laatste bestraling kunnen ze nog even erger worden. Meestal ben je 6 weken na de laatste bestraling van de ergste klachten af.
Mogelijke bijwerkingen op lange termijn
Soms ontstaan klachten pas maanden tot jaren na de behandeling. Mogelijke klachten zijn een vernauwing van de slokdarm (bij mensen die niet geopereerd zijn) of een longontsteking. Als deze klachten ontstaan, zijn er verschillende behandelingen mogelijk.
Voorbereiding op de bestraling
Voor de bestraling maakt MST een CT-scan. Deze is bedoeld om de bestraling goed te plannen. Je krijgt hier dus geen uitslag van.
De scan wordt gemaakt in 10 fases van de ademhaling, omdat de slokdarm meebeweegt met het ademen. Op basis van de scans wordt je bestralingsplan gemaakt.