Klompvoetbehandeling
Klompvoeten zijn een aangeboren afwijking waarbij de voet of voeten naar binnen en naar beneden gekanteld zijn. Deze aandoening wordt meestal erg snel na de geboorte behandeld om de voeten van je baby in de juiste stand te krijgen en problemen met lopen te voorkomen. De behandeling wordt gedaan volgens de Ponseti-methode.
Doel van de behandeling
Met de behandeling willen we de klompvoeten in de juiste stand brengen en beperkingen in de toekomst voorkomen. De Ponseti-methode die wij toepassen, corrigeert de voeten zonder grote operatie. Heel soms kan een volledige operatie nodig zijn, maar dit komt slechts in 1% van de gevallen voor.
De behandeling
We willen snel na de geboorte behandelen, het liefst binnen de eerste levensweek. Als klompvoeten al tijdens de 20-weken echo zijn vastgesteld, raden we aan om direct contact op te nemen met onze afdeling voor advies en een intakegesprek. Hoe beter jullie als ouders tijdens de zwangerschap zijn geïnformeerd, hoe beter de behandeling en verzorging straks in de kraamtijd en de periode daarna zal verlopen.
Tijdens de behandeling wordt de voet van je baby in de eerste 5 tot 6 weken elke week in het gips gezet om deze in de juiste stand te krijgen. Hierna volgt een kleine ingreep waarbij de achillespees wordt doorgesneden. Dat klinkt naar, maar het is een eenvoudige en kleine operatie op de poli onder plaatselijke verdoving. Jullie als ouders mogen dan bij jullie baby blijven.
Hierna gaat de voet opnieuw in het gips, voor 3 weken. Daarna draagt je baby dag en nacht een brace voor maximaal 4 maanden, en alleen 's nachts tot de leeftijd van 4 jaar.
Na de behandeling
Na de behandeling met gips en de brace heeft de voet (ongeveer) een normale vorm. De voet is stijf, maar kan daarna steeds meer gaan bewegen.
Er is een nabehandeling nodig. Als dat niet gebeurt, gaat de voet weer richting klompvoet. Daarom gebruiken we een speciaal hulpmiddel – een spalk of orthese. Dat is een soort stang met schoentjes die de voet gecorrigeerd houdt.