Hoofd-halsbestraling
Voor de behandeling van tumoren in het hoofdhalsgebied werkt MST samen met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Bij bestraling van de mondholte, tong, neus of keel hangt het aantal bestralingen af van het doel van de behandeling en het soort kanker. Dit kan gericht zijn op genezing of op het verlichten van klachten. Meestal krijg je tussen de 16 en 30 bestralingen. Soms wordt de bestraling gecombineerd met chemotherapie.
Mogelijke bijwerkingen op korte termijn
Omdat de cellen in en rond de keel snel delen, kun je vanaf de 2e week van de behandeling klachten krijgen. Veelvoorkomende klachten zijn moeheid, huidreacties, slijmvliesreacties in de mond en keel, moeite en pijn met slikken en taai slijm. Deze klachten nemen vaak toe in de loop van de behandeling. Ook na de laatste bestraling kunnen ze nog even erger worden. Meestal ben je 6 weken na de laatste bestraling van de ergste klachten af.
Mogelijke bijwerkingen op lange termijn
Soms ontstaan klachten pas maanden tot jaren na de behandeling. Dit kan een droge mond zijn, stugger worden van het bestraalde gebied (fibrose) of moeite met slikken.
Voorbereiding op de bestraling
Voor de bestraling wordt een masker gemaakt. Dit draag je bij de voorbereiding en bij elke bestraling, zodat je hoofd niet beweegt. Voor meer informatie zie het onderdeel ‘mouldroom’. Daarna krijg je op de bestralingsafdeling een CT-scan met contrast, waarbij je het masker al draagt. Soms is ook een MRI of PET-scan nodig. Deze onderzoeken zijn bedoeld om de bestraling goed te plannen. Je krijgt hier dus geen uitslag van. Op basis van de scans wordt je bestralingsplan gemaakt.
Controles tijdens de behandeling
Tijdens de bestraling kom je elke 2 weken op controle bij de radiotherapeut-oncoloog. Dit kan soms een andere arts zijn dan je eigen behandelend arts. Daarnaast heb je altijd contact met de diëtist en de mondhygiënist. Zij helpen je om zo goed mogelijk te blijven eten.