Baarmoederbestraling
Na een operatie voor kanker van het baarmoederslijmvlies kan het nodig zijn dat je nog inwendige bestraling krijgt. Dit verkleint de kans dat de kanker terugkomt op dezelfde plek.
Hoe de behandeling gaat
De bestraling gebeurt via de vagina. Meestal kom je 3 keer, 1 keer per week, naar de afdeling. De behandeling is poliklinisch: je kunt daarna meteen weer naar huis. Voor de bestraling is geen narcose of verdoving nodig.
Voorbereiding en verloop
Voor de behandeling meten we hoe breed en diep je vagina is. Dit gebeurt met een glazen staafje. Daarna brengen we een hol buisje met de juiste maat in de vagina. Daardoor gaat een radioactief bronnetje naar binnen, precies op de juiste plek. Dit doet geen pijn.
De bestraling duurt meestal 10 tot 20 minuten. Je voelt hier niets van. De eerste keer duurt het iets langer, omdat er dan een extra scan wordt gemaakt om te controleren of alles goed zit.
Mogelijke bijwerkingen
Na de behandeling hebben de meeste vrouwen weinig klachten. Soms treden bijwerkingen op. Deze zijn vaak mild en gaan meestal binnen 6 weken over. Mogelijke klachten zijn:
- moeheid
- een schrijnend gevoel in de vagina
- blaasirritatie: vaker plassen, kleine beetjes plassen, ’s nachts plassen of pijn bij het plassen
- diarree
Voorkom verkleving van de vagina
Na inwendige bestraling kan de vagina van binnen verkleven. Hierdoor kan onderzoek lastig worden en dit kan ook invloed hebben op seks. Daarom is het belangrijk dat de vagina goed open blijft.
Je kunt dit doen door 3 keer per week kort iets in te brengen in de vagina, zoals een tampon of een vinger. Er bestaan ook speciale medische hulpmiddelen, pelottes. Hierover krijg je een folder mee.