Kindergeneeskunde

Spreekuren bij kindergeneeskunde

• Plas- en poeppoli

  Soms gaat plassen of poepen niet zo goed. Misschien heb je vaak buikpijn, moet je te vaak naar de wc of heb je een ongelukje in je broek. Je bent niet de enige. Daarom is er een speciale plek in MST waar kinderen geholpen worden: de plas- en poeppoli.

  Wanneer kom je naar ons toe?
  Je komt naar de plas- en poeppoli als je bijvoorbeeld:

  •    vaak buikpijn hebt door poep die niet goed uit je buik komt
  •    poepongelukjes hebt
  •    overdag of ’s nachts in je broek plast
  •    vaak blaasontstekingen hebt

  Eerst ga je altijd naar de huisarts. Die kijkt of hij of zij je zelf kan helpen. Soms stuurt de huisarts je naar ons.

  Wie helpen jou op de poli?
  Op de poli werken mensen die alles weten over plassen en poepen. Dit zijn:

  •    een urotherapeut (die weet veel over hoe je plast)
  •    een verpleegkundig specialist in opleiding
  •    3 kinderartsen

  Soms praten we ook met een kinderpsycholoog of kinderbekkenfysiotherapeut. Zo werken we goed samen om jou te helpen.

  Wat gebeurt er bij de eerste afspraak?
  Als je voor het eerst komt, stellen we je vragen over hoe het met je gaat. Een kinderarts onderzoekt je even. Dat is niet eng en doet geen pijn.

  Heb je poepproblemen?
  Dan krijg je uitleg over hoe je goed kunt poepen. We noemen dat poep-educatie. Meestal doen we dat 1-op-1, dus zonder je ouders erbij.

  Heb je plasproblemen?
  Dan mag je plassen op een speciale wc met een computer. Zo kunnen we precies zien hoe je plast. Daarna maken we een echo om te kijken of je blaas goed leeg is. Dit doet geen pijn.

  Doe mee met de plasklas
  Kinderen met plasproblemen doen meestal mee aan de plasklas. Je zit dan met 2 andere kinderen die ook plasproblemen hebben. Je leert samen wat je kunt doen om beter te plassen. Wil je liever alleen uitleg krijgen? Dat kan ook.

  Thuis oefenen
  Na de uitleg ga je thuis oefenen met de tips. Soms is dat moeilijk, maar je hoeft het niet alleen te doen. Je ouders en de urotherapeut helpen je. Je komt daarna nog een paar keer terug naar het ziekenhuis om te vertellen hoe het gaat.

  Iedereen is anders
  Sommige kinderen komen vaker naar de poli dan anderen. Dat is helemaal oké. We kijken wat het beste bij jou past.

• Kinderneurologie

  Op het spreekuur kinderneurologie werken 3 zorgverleners samen:

  • De kinderneuroloog.
  • De kinderfysiotherapeut.
  • De kinderarts. 

  Zij onderzoeken en bespreken samen met jou de klachten van je kind.
  Je komt alleen op dit spreekuur als de kinderarts dat nodig vindt.

  Eerst bekijkt de kinderarts of onderzoek op het spreekuur kinderneurologie nodig is. Soms is dat niet nodig en helpt de kinderarts jullie zelf verder.

• Kinderreuma

  Het reumaspreekuur is er voor kinderen met reuma of bij wie reuma wordt vermoed. Tijdens dit spreekuur werken kinderartsen samen met de reumatoloog van MST. 

• Kindercardiologie

  Het spreekuur kindercardiologie is er voor kinderen met hartklachten. Bijvoorbeeld voor kinderen een hartruis of een bekende hartafwijking, zoals een gaatje tussen de hartkamers.

  Dit spreekuur is een samenwerking tussen de kinderartsen en cardiologen van MST.

  1 keer per 2 maanden is de kindercardioloog van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) aanwezig. Zij bekijkt en bespreekt de kinderen samen met de kinderarts en cardioloog van MST.

• De hoofdpijnpoli

  Soms hebben kinderen veel last van hoofdpijn. Meestal gaat het vanzelf over. Maar als de hoofdpijn blijft, kan dat heel vervelend zijn. Dan helpt de hoofdpijnpoli jullie verder.

  Op de hoofdpijnpoli werken verschillende mensen samen om te kijken waarom jij hoofdpijn hebt. Je krijgt hulp van:

  • een kinderarts
  • een kinderneuroloog (die weet veel over je hersenen)
  • een kinderfysiotherapeut (die kijkt naar hoe je beweegt)
  • een kinderpsycholoog (die praat met je over hoe je je voelt)

  Eerst ga je naar de huisarts. Die stuurt je naar een kinderarts in het ziekenhuis. De kinderarts kijkt of het nodig is dat je naar de hoofdpijnpoli gaat.

• Diabetes spreekuur

  Als je diabetes hebt (suikerziekte), dan moet je goed op je gezondheid letten. Soms heb je hulp nodig. Daarvoor is er het diabetes spreekuur voor kinderen in MST.

  Op het spreekuur zie je mensen die alles weten over diabetes bij kinderen:
  •    een kinderarts
  •    een diabetesverpleegkundige
  •    een diëtist (die weet veel over eten)
  •    een kinderpsycholoog (die helpt als je je niet fijn voelt)

  Soms heb je buiten het spreekuur om een afspraak met de kinderarts of diabetesverpleegkundige. 

• MDL spreekuur

  Soms hebben kinderen buikpijn of andere problemen met hun maag of darmen. Dan kun je naar het speciale spreekuur voor maag, darmen en lever. We noemen dat het MDL-spreekuur.

  Op dit spreekuur kijken we naar:
  •    je slokdarm (daar gaat je eten doorheen)
  •    je maag (waar je eten terechtkomt)
  •    je darmen (die zorgen dat je eten goed verwerkt wordt)
  •    je lever en galwegen
  •    je alvleesklier (die helpt bij het verteren van eten)

  Wie helpt jou?
  Je wordt geholpen door een kinderarts. Deze dokter weet heel veel over buikproblemen bij kinderen. Soms werkt de dokter samen met andere dokters en krijg je een kijkonderzoek (dat heet een scopie).

• Astma spreekuur

  Het astma spreekuur is bedoeld voor kinderen met benauwdheidsklachten door astma.

  Op dinsdag- en donderdagochtend heeft de verpleegkundig specialist een spreekuur speciaal voor kinderen met astma-, eczeem- en/ of allergische klachten.

  1 keer in de 2 weken heeft de longverpleegkundige samen met de kinderlongartsen een speciaal astmaspreekuur.

• POP-poli

  Op de POP-poli van MST werken zorgverleners van verschillende specialismen samen. Je kunt bij de POP-poli terecht als je zwanger bent of zwanger wilt worden en:

  • Je psychische klachten hebt of eerder hebt gehad.
  • Je medicijnen gebruikt tegen psychische klachten (zoals antidepressiva of slaapmiddelen).
  • Iemand in je familie (vader, moeder, broer of zus) een psychiatrische aandoening heeft.
  • Je alcohol, drugs of andere middelen gebruikt tijdens je zwangerschap.
  • Je in een moeilijke persoonlijke situatie zit.
  • Je op jonge leeftijd moeder wordt.

• FUN poli

  Is je baby te vroeg geboren of had hij of zij een laag geboortegewicht? Dan volgt na de opname op neonatologie een vervolgtraject op de Follow Up Neonatologie-polikliniek (FUN-poli). Hier volgen we de ontwikkeling van je kind nauwkeurig.