HIV
HIV is een virus dat de ziekte aids veroorzaakt.
HIV is een virus dat de ziekte aids veroorzaakt. De volledige naam is Humaan Immunodeficiëntie Virus. Je krijgt het virus door seks met iemand die zelf HIV heeft.
Het virus breekt langzaam je afweersysteem af. Hierdoor kan je lichaam zich niet goed beschermen tegen ziektes en infecties. Als de HIV-infectie niet behandeld wordt, krijg je na maanden of jaren ernstige problemen. Ook heb je en verhoogde kans op hart- en vaatziekten, en bepaalde soorten kanker.
Besmetting met HIV
Het HIV-virus zit in bloed, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk. Als iemand via bloed of slijmvliezen hiermee in aanraking komt, is er kans op een HIV-besmetting. Het gaat om de slijmvliezen van de mond, anus, vagina en de penis.
Iemand kan HIV kan oplopen door
- Seks zonder condoom met iemand met een onbehandelde HIV-infectie. In Nederland komt 95% van de HIV-besmettingen door onveilig seksueel contact
- Het inspuiten van drugs via gebruikte naalden of spuiten
- Met meerdere personen dezelfde rietjes gebruiken bij cocaïne snuiven
- Steekwonden
- Overdracht van een HIV-positieve moeder op kind tijdens de zwangerschap, geboorte of borstvoeding
- Een bloedtransfusie
- Het prikken aan een naald of spuit waar besmet bloed op zat, zoals bij tatoeages of piercings
Er zijn veel manieren om een HIV-besmetting te voorkomen. Ook als iemand al in contact is geweest met besmet bloed of bijvoorbeeld een besmette naald. Je vind meer informatie over het voorkomen van een HIV-besmetting op de websites van het Aidsfonds en de hivvereniging.
Kort na de besmetting, kun je klachten krijgen die op griep lijken, zoals koorts, keelpijn, misselijkheid en diarree. Dit gaat na een paar weken weer over.
Als de HIV-besmetting niet behandeld wordt, word je afweer langzaam afgebroken. Je lichaam kan zich niet meer beschermen tegen ziektes die een gezonde afweer normaal gesproken bestrijdt. Dit noem je aids. Je kunt klachten krijgen zoals:
- enorme moeheid
- nachtzweten
- veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden
- koorts
- hardnekkige diarree
- kortademigheid
Je kan testen of je HIV hebt met een bloedtest. Deze test kijkt of er afweerstoffen tegen HIV in het bloed zitten. Deze afweerstoffen worden pas ongeveer 3 maanden na de besmetting aangemaakt door je lichaam. Testen kan dus ook niet eerder dan na 3 maanden.
Een HIV-test kan via de huisarts of de GGD.
De behandeling van HIV bestaat uit een het slikken van HIV-remmende medicijnen. Deze medicijnen blokkeren de groei van het aantal HIV-deeltjes in het lichaam. Ook mensen die al aids hebben, kunnen dankzij HIV-remmers weer grotendeels gezond worden.
In MST word je begeleid door het HIV-behandelteam van de afdeling Interne Geneeskunde. Dit team bestaat uit 2 internisten en 2 verpleegkundig consulenten.
Tijdens de eerste afspraken wordt onderzoek gedaan, en stelt de internist een behandelplan op. Daarna kom je nog zo'n 2 tot 4 keer per jaar naar het ziekenhuis voor controle.
Wil je meer informatie over HIV? Neem dan een kijkje op de volgende websites:
HIV-besmetting voorkomen
Hoe voorkom je dat je HIV krijgt of doorgeeft?
- Gebruik een condoom als je seks hebt
- Gebruik schone rietjes als je cocaïne snuift
- Gebruik schone naalden en spuiten als je drugs gebruikt
- Gebruik schone naalden bij tatoeages en piercings
- Gebruik van schone scheermesjes en eigen tandenborstels
- Laat je regelmatig testen op HIV en andere soa’s, bijvoorbeeld bij de GGD soa poli.
- Gebruik PrEP (Pre Expositie Profylaxe) om te voorkomen dat je HIV oploopt.
Onzichtbaar
Let op: HIV is niet zichtbaar bij jezelf of bij anderen. Dat geldt ook voor de meeste soa's. Als je (ongemerkt) een soa hebt, kun je ook makkelijker andere soa's en HIV oplopen.
HIV bij ongeboren baby's voorkomen
In Nederland wordt elke zwangere vrouw standaard getest op HIV rond de 12e week van de zwangerschap. Deze HIV-test maakt deel uit van de reguliere prenatale zorg. Het is gebaseerd op het 'opt-out'-principe: de test wordt uitgevoerd, tenzij de zwangere vrouw aangeeft deze niet te willen.
Als de HIV-test positief is, start de behandeling met HIV-medicijnen zo snel mogelijk. Dit vermindert het risico op overdracht van HIV van moeder op kind tot een minimum. In Nederland worden hierdoor de meeste baby's gezond en HIV-negatief geboren.
- Is het korter dan 72 uur geleden dat je mogelijk besmet bent geraakt met HIV? Neem dan contact op met de je huisarts of de GGD. Je kunt dan mogelijk een PEP-kuur krijgen, om te voorkomen dat het virus je definitief besmet. Kijk ook op centrumseksueelgeweld.nl of ggdtwente.nl.
- Is het langer dan 72 uur geleden dat je mogelijk besmet bent geraakt? Neem dan contact op met je huisarts, of een soa-poli in de buurt om een HIV-test te laten doen. Dat kan via de website van GGD Twente.
In het dagelijks leven loop je geen risico op HIV. Je kunt niet besmet raken door:
- Huid-op-huidcontact (zoals handen geven en omhelzen). Pas als je een open wond hebt, en de ander heeft ook een open wond, loop je risico.
- Zoenen of tongzoenen. HIV is niet besmettelijk via speeksel
- Hoesten en niezen
- Aanraken van een wc-bril
- Andermans bestek, glas of beddengoed gebruiken
- Contact met andermans zweet, bijvoorbeeld via fitness-apparaten.
- Insectenbeten. Een mug is te klein om HIV over te dragen. Daarnaast overleeft HIV niet in een mug.
HIV is ook niet overdraagbaar bij onbeschermde seks als iemand behandeld wordt voor HIV, en het aantal virusdeeltjes niet te meten is.
Mannen en vrouwen met HIV kunnen gezonde kinderen krijgen. Als je een kinderwens hebt, bespreek dat dan met je HIV-behandelaar. Ze geven dan belangrijke informatie, bijvoorbeeld over het gebruik van medicijnen.